Transcription
Rhoon, 25 juni 1983
Ook al is iemand dood, maar als hij helder zijn gedachten geformuleerd heeft, oefenen deze gedachten nog een invloed uit op de generaties die volgen. De vraag is, wil ik dat?Ik leef niet met een historisch besef. Ik heb de wereld geen boodschap na te laten.Gelukkig zijn er mensen in het verleden, die naast hun eruditie ook genoeg ijdelheid bezeten hebben om hun gedachten voor een breed publiek op papier te zetten. Mijn auditorium bestaat uit één persoon en recht-evenredig met dit aantal is mijn eruditie.
Ik geniet van het leven; er zijn momenten, die boven alla uitsteken. de Christelijke mens, al belast met de erfzonde, voelt zich nog zondiger als ze dingen doen, die ze prettig vinden. Ingetogen, niet uitbundig, spaarzaam. Weest ingetogen, niet uitbundig en spaarzaam. De toekomstige onzekerheid, die een onzekere toekomst inhoudt moet met respect behandeld worden. Daarom onderschrijf ik het gezegde (adagium): Mens durf te leven !
Het is overbodig dat ik je deze aanmoediging schrijf. Ik vind dat je leeft en ik bewonder je levenskunst. Geen symbiose, ofschoon velen daar ook een loflied op zingen, maar twee onafhankelijke geesten, met hun eigenwaarden, die zich zelfstandig ontwikkelen en daarbij respect voor de ander hebbende.
Waarom ik dat zo formuleer, is mijn bevestiging dat de vrouw in dienst van de man staat en omgekeerd.
Een mens heeft de plicht om zijn gave te ontwikkelen een naar beste kunne te gebruiken. Zo'n vaststelling zal wel ergens in de bijbel staan.
" Man should not be ashamed of what God had not been ashamed to create." Eigenlijk wordt deze stelling
in de komedie Lysistrata ( Vert.: Zij die het leger ontbindt) van de De Griekse Komedieschrijver Aristophanes (446 v.Chr-386 v. Chr) bevestigd.
"The burden of Man" wordt benut om een hoogstaander doel (vrede) te bereiken.
De mannelijke toeschouwer kijkt verlegen toe, herkent de oerdrift van de man, die door de vrouw bespottelijk wordt gemaakt op het toneel. Maar als de man in de werkelijke wereld een gebrek aan oerdrift ten toon spreidt, dan voldoet hij niet. In de sjablone van de mens blijkt de man de rol toebedeeld te zijn van "rücksichtlos" te nemen, waar de vrouw blijkt geen libido te bezitten. Lysistrata laat zien dat zowel de man als de vrouw verlangens kunnen hebben. Wellicht dat de achterliggende motieven verschillend zijn of liever: kunnen zijn.
Het constateren van een feit is niet moeilijk; filosoferen over motieven is ondoenlijk.
Ik zag "Symposion" van Plato op je bureau liggen. Was dat ook een verjaardagscadeau? Hoewel ik mij niet met alle stellingen in dat boek kan verenigen, zoals bijvoorbeeld een homosexuele liefde op een hoger plan staat dan de heterosexuele verhouding, is het een intrigerend verslag. Vooral het verhaal dat de mens , dat de helft is van het volmaakte schepsel, dat een bedreiging voor de goden was.
Ik zal 25 juni 1983 niet vergeten, Aadje