Transcription
From: Aadje <djatirot@dds.nl>
To: Peterson-v.Vollenhoven<jppeterson@peterson.nl>
Date: zondag 22 november 1998 17:28
Subject: There is no business like transshipments
Mon cher Baron du Port de Rotterdam, "les réorganisations proposées dans le port font beaucoup de bruit dans la presse. Il ne peut y avoir de suprématie dans l’esprit ou dans le cœur des employés si leurs tempéraments ne correspondent pas." Een beetje Havenbaron adresseer je in het frans, althans in de aanhef van de mail.
Daarom "je continue l'email" maar gauw in mijn 'moers' taal, opdat jij mij niet zal betichten van "koeterwaals" te schrijven.
Al pratend met broer Willem, de 'Independent Maritime Advisor,' kreeg ik het lumineuze idee om gedriëen binnenkort eens een pizza, of iets dergelijks, tussen de middag te verorberen op de restaurant-boot in de Wijnhaven, om eens bij te praten en om te zien of er aanrakingspunten zouden zijn voor de handeltjes van beide broers Dirkzwager.
Er is weer veel gebeurd sedert wij elkaar voor het laatst zagen. Of anders verwoord toen we beiden gecommitteerd waren "À la recherche du pain perdu."
Voorstel.
Als ik nu eens jouw portret schilder en ik je beloof dat ik daarna nooit meer iets zal schilderen, dan is zo'n portret een unicum met grote zeldzaamheidswaarde. De vraag is wil jij daar Nlg 135 miljoen voor betalen? Toegegeven, de intrinsieke kosten zijn slechts Nlg 100,-; de toegevoegde waarde: Nlg134.999.900,-
Als jij mij dat betaalt voor je portret, ben ik, bereid om mijn verdiensten met je te delen (moitié moitié). Of dacht je dat deze formule interessanter is om Groeneboom erin te lullen?
De paradox is, dat er vaak mensen zijn geweest die tijdens hun leven als "quantité negligiable" werden beschouwd, maar de tijdgeest in zich meedroegen en daardoor ook na hun Aardse leven in de volgende generaties doorleven, terwijl echt, tijdens hun leven, maatschappelijke belangrijke mensen in de vergetelheid wegzinken, zodra zij 'ad patres' vertrokken zijn. Een illustratie van de hierboven gestelde bewering is de Nederlandse componist van symfonieën en in 1945 zo arm als een kerkrat: Mathijs Vermeulen. Heb jij ooit van deze man gehoord? Hij kon aan een triviale gebeurtenis, te weten, een bezoek aan zijn voorraadje aardappelen in zijn donkere kelder, prachtige gedachten doen ontspruiten.
Wellicht kan je zijn typeringen van aardappelen: "Laksen, slome duikelaars en volmaakte nullen" gebruiken in je confrontatie met de bonden.
Twee citaten uit de briefwisseling van Mathijs Vermeulen (vanuit Louveciennes Frankrijk) met Thea Diepenbrock, dochter van Alphons Diepenbrock (1862-1921) in Amsterdam.
16 november 1945
Wanneer mijn licht me nu maar niet in de steek laat.
(elektriciteit-stoornissen aan het einde v.d. oorlog was eerder normaal dan een uitzondering; ADD)
Te mooi om te duren zonder gehannes. Ik heb deze dagen pech gehad; dit komt er ook nog bij. Mijn pieren, die mij vertelden dat 't niet koud zou worden, hadden geen ongelijk. Maar toen ik mijn aardappelen inspecteerde, zag ik tot verbazing dat zij allemaal kleine witte lootjes hadden. Zij waren aan het uitschieten.
Ik heb daarover een vergrijsde, reumatische technicus geraadpleegd die mij zei, dat 't een ramp was dat alles bedierf, ook zijn confituren en ingemaakte vlees, en dat het lag aan de zachte temperatuur en dat ik mijn ' één voor één. Wij hebben daar geen woord voor. De lootjes, van de spruitjes ontdoen !
Ik bracht dus reeds menig uur door in mijn donkere kelder, bezig de geest te smoren, die zich in de seizoenen vergist heeft. Zag je ooit iets stommers en lompers dan een rauwe aardappel? Daar huist een 'Princiep van Leven' in. We weten niet hoe of waar ?
We kunnen het niet gissen? Zullen we ooit zo'n lummelige aardappel fabriceren, die leeft en die wanneer de temperatuur zoel is, begint te verlangen, in zijn binnenste, naar licht?
Zo daasde ik in mijn kelder, dat leven verwoestend, tegen mijn zin in. Nog een beetje en elke knullig, onbehouwen aardappel werd een figuratie van de universele Eros, die was in de aanvang !
Ik ben nog niet op de helft. Ik moet ze allemaal ontzielen één voor één.
24 november 1945
Per slot heb ik een bezoek afgelegd in het onderaardse hol mijner revolutionaire patatten en nieuwe gewaarwordingen opgedaan. Want verbeeld je: In dezelfde hoop van dezelfde soort, onder dezelfde atmosferische omstandigheden variëren de spruiten van twee millimeter tot vijf centimeter en sommigen hebben géén spruiten. Ik kan niets anders doen, na enig overleg, dan daar concluderen dat onder die knullen van aardappelen de individuen verdeeld zijn in temperamentvolle -en slome duikelaars, voortvarenden en laksen, en dat zelfs onder hen volmaakten nullen bevinden. Geen gelijkheid dus, noch fysische, noch psychische; ook niet bij kartoffels.
En ik had grote lust de inégaliteit te verheffen tot een der grote natuurwetten. einde citaat.
Je groetend, AadjeDD
I