Transcription
L.A.
01.00 uur am donderdagavond. Nog even de kaarsen aan, een bodempje wijn en onder mijn neus een bos hyacinten. 'Music in the air' en de warmste wollen trui, die ik heb, aan mijn lijf. Zo geniet ik nog even alleen, na een versnipperde, maar toch zo'n goede dag waarin ik uiteindelijk, na een lange aanloop, misschien toch weer een begin gemaakt heb aan een nieuwe serie doeken.
Mijn hoofd voel ik niet meer; hoogstens hoor ik mijn hersens zachtjes onder mijn haren zingen.
Een schijnbaar onschuldige inleiding, maar nu ik over Augustinus (354-430 n.chr) lees, realiseer ik me dat ik me op dit moment diep schuldig zou moeten voelen, want ik geniet met alle zintuigen "die god gegeven heeft" (hoewel de anthroposofen er behalve de bekende vijf zintuigen, nog een stuk of wat (7 geloof ik) aan toegevoegd hebben. Gelukkig heb ik daar geen weet van, anders zou het er misschien nog somberder voor me uitzien...) Wat bezielt de denkende, naar hogere waarden strevende, mens toch om al voor de dood lichaam en ziel te willen scheiden, waarbij het lichaam en alle gewaarwordingen en fijne nuances, die zintuigelijk worden geregistreerd, tot afkeurenswaardige ballast wordt gedegradeerd, waar we ons zo snel mogelijk van los moeten maken.
Zou het zo zijn dat mensen bang zijn van de emoties, die de zintuigelijke belevenis kunnen oproepen. Bang voor de gedachten, die gevolg van emoties zijn. Bang om gewoon mens te zijn, kwetsbaar en feilbaar?
Stel dat er een god bestaat en zijn schepping, dan moeten we toch vaststellen dat hij de mens niet met een stelletje zinloze zintuigen heeft opgescheept. De menselijke ziel wordt gevoed door zintuigelijke indrukken, door emoties, die door het verstand in banen worden geleid. Zo zou het althans moeten zijn..
Maar de menselijk ratio is over het algemeen niet zo sterk. Een religie biedt dan uitkomst, met strenge normen en wetten, waar alleen stiekum aan te ontkomen is; vide Bill C.
De a-religieuze mens moet zijn verantwoordelijkheid zelf dragen, zijn eigen grenzen stellen; grenzen om te overleven zowel psychisch en fysiek, waarbij we nooit uit het oog mogen verliezen dat wij de fakkel over moeten dragen. Kunst ontstaat uit sublimatie van datgeen waar we ons niet aan over kunnen (mogen) geven. Kunst is de overwinning van de geest op het zintuigelijke, zonder het zintuigelijke te ontkennen of te verdringen. Kunst, door het te maken (althans een poging daartoe) of door het te ondergaan is mijns inziens de grootste troost voor het onvolmaakte. Maar soms is het onvolmaakte bijna volmaakt en zouden we er voor eeuwig genoegen mee nemen. Dat betekent stilstand 'et il faut continuer--c'est la vie.
Ik verheug me op vanavond met de gedeelde momenten. Je M.
P.S.
Als je de twee bijgesloten artikeltjes leest, valt ook jou misschien dan het volgende op: In de vorige eeuw werd de burger geshockeerd door de "grofheid en woestheid" in een boek als "Wurthering Heights." Voor ons is dat tam vergeleken met de grofheden van kunstenaars, die wel van "poep" houden i.e. Mike Kelley en Gilbert & George. Betekent dat een langzaam voortschrijdend vervlakkingen en vergroving, een negatieve beweging die leidt tot verval? Of zijn de negatieve krachten een noodzakelijke impuls voor een positieve reactie? Worden we ongevoeliger of toleranter? Allemaal vragen voor een volgende keer.