Transcription
Noordwijk, 25 februari 1979
Lm,
Zondag j.l. om 10.00 uur 's-ochtends liep ik over het strand en zag een menigte mensen met vele verschillende soorten honden langs de zee lopen en een tiental hengelaars. Wat de mensheid naar de zee trekt is raadselachtig. Als je pas op het strand aankomt, kijk je aandachtig naar de golfslag en in detail beschouwd, is de zee voortdurend aan verandering onderhevig. Maar al gauw moet je bekennen dat de variatie van de golfslag gelimiteerd is en dat je blik meer geboeid wordt de vlucht van de meeuw.
Zo'n meeuw staat half in het water. Als er een golf aan rolt en onze vogel de grond onder zijn zwemvliespoten begint te verliezen, zien we hem ineens drijven. Zo'n meeuw bevindt zich vaak in een groepje bij elkaar, vaak op de grens van zand en water. Een speelse hond wil er wel eens op afrennen en dan zie je de meeuw eerst een loopje nemen van 4 à 5 stappen, terwijl hij zijn vleugels ontvouwt, en vervolgens sierlijk in de lucht weg te drijven.
Na het meeuwen intermezzo word je weer geconfronteerd met de voortdurende monotone golfbewegingen van de zee. Wat boeit de wandelaar dan toch? Ik denk dat het de uitgestrektheid van de monotonie is. Niemand kan zich erop laten voorstaan dat hij meer weet of kennis heeft van wat hij ziet.De horizon is voor een ieder dezelfde beleving.
Doelloos wordt er eerst in de richting gewandeld met de zee rechts van en op een willekeurig moment draai je de zee om, zodat ie links van je bevindt.
Zondagochtend om 10.00 uur is toch het tijdstip van de aanvang van de kerkdienst in het Godshuis om indachtig te verbeiden bij de Creator Universi; ook we de grote Horlogermaker. De enige god, die zich naar alle waarschijnlijkheid dichtbij het strand ophoudt is: Poseidon, de Griekse God van de zee.
De vissers op het strand werpen met hun hengels gemene scherpe haakjes in de zee. Ze vangen bot. Ik heb gevraagd waarop zij vissen?
Als er Meerminnen te vangen zouden zijn, dan zou ik een visser/hengelaar worden. Poseidon zou niet toestaan, dat zijn Meerminnen gevangen zouden worden, want dan zou de zee ook voor hem eentonig worden.
Met bijlagen 1) stuur ik je een artikel met de pakkende titel: "Waarom ik geen orang Oetan--mannetje zou willen zijn." en 2) Hugo Camps ode aan Steffi Graf en De column van Max Pam: "Wat mij aansprak."
Aan je denkend met de strijd van het transformatie proces , Jet YfeTranscriber
Albert Dirkzwager