Transcription
Rhoon, 1 augustus, 1985
Lieve Maliebaners,
Na een hele plezierige vakantie of een feest of een ander groots beleven/evenement welt spontaan in mij de melodie van Lili Marlene op. In die melodie zit weemoed en het USC had op die melodie, ik geloof in 1946, de tekst van een slotlied van een Lustrum verwoord (gebrekkig uitgedrukt, maar je weet wat ik bedoel):
Het lustrum is verleden; de feesten zijn voorbij.
De dansen zijn vergleden, de droom tussen jou en mij.
Toch zie ik telkens weer terug
je sjeik toilet,
die blote rug,
de wandeling vooral
toen na het galabal.
Ook dit jaar betrapte ik me op de weemoed, die mij overviel toen ik naar huis reed.
De herinnering, die met de tijd zal slijten, maar die je niet wilt laten vervagen: VERONA.
In de 20ste eeuw hebben we de fotografie om ons daarbij behulpzaam te zijn.
Zie hier: Niemand kan beter het veldboeket beschrijven, dat wij op onze hotelkamer in Grezzano vonden, dan de foto.
En dan de Campanile vn Semmilecheli. De foto toont duidelijk dat de mens daarnaast in 't niet valt. Puur marmer, net zo ls bij jullie in de gang, maar daar ligt het plat op de grond.
En dan wie ter kerke gaat, komt er gesticht uit, zijnde onder de indruk van de gesproken woorden. De kerkdeur is die vam San't Elena.
Tot slot: Zie de zon schijnt door de bomen. De zon die schijnt door de platanen-bladeren fascineerde me. En omdat het verschijnsel zon zich zo weinig voordoet, wil ik het moment met jullie delen, waarop ik één van de laatste keren de zon gezien heb !
Met dit schrijven nodig ik jullie uit op 't Kasteel van Rhoon om ± 15.30 uur op 18 augustus t.g.v. mijn jaardag; geen cadeau's graag. Ja toch, je aanwezigheid is het grootste cadeau. Ik heb geprobeerd mij van het maatschappelijk gebeuren verjaardag te onttrekken, maar Vera tekende protest aan. Jullie aanwezigheid verlicht mijn taak. Veel groeten, Vera & Aadje