Transcription
A.D.Dirkzwager
Keizersgracht 702
1017 EV Amsterdam
De heer D.M. Vermerris
Ravensteinlaan 65
4481 CJ Kloetinge
15 oktober 1998
Beste David (1939-1998)
Ik denk niet van mijzelf dat ik een onzichtbare wedijver aangegaan ben met mijn vader om hem, zeg maar, maatschappelijk te overtreffen. Wel heb ik een aantal malen opgemerkt tegen mijn ouders, dat ik zo gracieus oud zou willen worden zoals zij. Het antwoord luidde dan steevast: "Daar heb je zelf niets over te zeggen." Wie zou dat beter kunnen beamen dan Bep en jijzelf ?.
Ik hoor van mijn vader dat uiteindeljk de behandeling van Bep toch niet aangeslagen was en tot overmaat van ramp dat de H.H. medici bij jou longkanker gediagnosticeerd hebben.
David, ikzelf ben niet gelovig, maar als ik het samenvallen van deze tegenslagen in één gezin beschouw, dan zou ik beginnen te geloven dat je de twintigste eeuwse versie van Job bent.
Ik zou mij kunnen voorstellen, dat je in grote boosheid verkeert en verongelijkt zou zijn.
De Ierse dichter Dylan Thomas die verwoordde die stemming als geen ander: "Do not go gentle into that great night." "Rage rage against the dying of the light."
Wat jij misschien niet weet, is dat ik al jouw brieven bewaard heb. Wij schijnen het credo te huldigen: "Geen bericht, goed bericht." Brieven van medeleven schrijven we elkaar, wanneer de ander met een tegenslag te kampen heeft.
Uit de grond van mijn hart meen ik, ik de traditie gestand doende, dat ik deze brief niet had behoeven te schrijven. Ik ken niet de prognose van de ziekten van jullie beiden; alles is nog niet verloren zolang er strijd geleverd wordt.
Het levendige voorbeeld ben ik zelf, die als't ware ook "on borrowed time" leeft.
Weet dat we veel aan jullie denken en met jullie meeleven. Via mijn vader hou ik mij op de hoogte.
Heel veel groeten, ook van Vera, AadDD