Transcription
Mevrouw J. Dirkzwager-van der Schalk
Te Rotterdam
Amsterdam, 23 December 1997
Lieve tante Jeanne,
één van de aspecten, die ons mensen van de dieren onderscheidt is mededogen met de mede mens. We moeten constateren dat mededogen geen aangeboren kwaliteit is, maar gevormd wordt door de omringende leefgemeenschap. Immers de mens is "l'animal méchant par excellence." Mededogen binnen de groep word je van kinds af aan ingeprent door vele voorbeelden en ligt voor de hand omdat het verwachting schept om in geval van nood éénzelfde mededogen terug te ontvangen. Het is dus een soort verzekering. Mededogen tonend aan de medemens buiten de directe eigen leefgemeenschap is de zuivere vorm van barmhartigheid, omdat die belangeloos geschiedt
Terug naar uw brief van 3 november 1997, die mij noopt om op te reageren en waarom u de stelling verdedigd: "Ik ben tegen gerechtigheid." Ik ga er vanuit dat de term "gerechtigheid"voor u ook de inhoud heeft dat alle mensen als vrije mensen geboren worden en zich kunnen bedienen van de fundamentele rechten van meningsuiting, van vergaderen en kunnen beschikken over persvrijheid. Wie kan daar tegen zijn?
Er bestaat "vrede" zonder gerechtigheid, maar dat is dan wel een met wapenen afgedwongen vrede. Echte vrede kan slechts bestaan in gebieden waar gerechtigheid heerst, naar mijn mening.
Als U aan de gerechtigheid de uitleg geeft van de nivellering van het standenverschil in de maatschappij, dan verschillen wij niet van mening. Ik ben 'glad' voor een meritocratie met een sociaal gezicht, waarmee ik bedoel dat er enig soelaas wordt gegeven aan de zwakkeren en kanslozen van de samenleving. Adriano dixit
Tegen het jaareinde, ik kan het niet helpen, herinner ik mij altijd de woorden uit de 1980 Nieuwjaarsbrief: Lali Djiwoh: Vergeet uw ziel.
Als je in 1997 drie en halve maand gekluisterd bent aan een ziekenhuis-bed, dan heb je tijd om na te denken. Onder normale omstandigheden, wanneer je je gezond voelt, bepaalt de geest de plaatst op Aarde, waar je wilt vertoeven hetzij in een museum, hetzij in een winkelcentrum of waar dan ook.
Echter, wat ik al eerder schreef: Gekluisterd aan het ziekbed bepaalt mijn lichaam de plek op Aarde. Tegen wil en dank heb ik 3 maanden uitzicht gehad op twee kerktorens van Abcoude. Abcoude bij zonneschijn, bij regen, bij ochtendgloren, bij duisternis etc. Dan ga je wel denken over het fenomeen "lichaam en ziel" en hun interactie. (Body and Soul).
Ik durf te beweren dat alle lichamen, min of meer, hetzelfde zijn, maar dat het de ziel (zijnde de geest; de geestelijke vermogens) is, die ieder mens uniek maakt en zich daarmee onderscheidt van de andere mens.
In het ziekenhuis heb ik gemerkt dat het lichaam zijn invloed aanwendt in het "heden en nu." En de ziel occupeert zich met het verleden (de herinneringen) en de toekomst (plannen makend).
Zou misschei de betekenis van de spreuk Lali Djwoh een raadgeving kunnen zijn om te genieten van het heden en wees niet gepreoccupeerd met maatschappelijke besognes, want anders mis je de ware schoonheid van de zonsopgang, die hun te wachten staat straks boven op de vulkaan, die ze beklommen om de zonsopgang te gaan bewonderen.
Zou dit het antwoord zijn op de in 1980 gestelde vraag van Oom Janus, wat de betekenis is van de Javaanse spreuk Lali Djiwoh. ?
Een jonge man vroeg aan een Zen-Boedist of hij zijn leerling mocht worden, De Zen boedist nodigde zijn toekomstige leerling uit voor een thee-ceremonie om de motivatie van he verzoek te vernemen.
Terwijk de zen boedist uitlegde wat de leer inhield, schonk hij met de theepot het kopje van de leerling vol en bleef door schenken en pretendeerde dit niet in de gaten te hebben door de gloed van zijn betoog. De pupil luisterde niet meer en probeerde de slechts de aandacht, van de meester te trekken om hem te attenderen op de overstroming, waarop de zenboedist zeide: "Wanneer de kop vol is ( je gepreoccupeerd bent ADD) kan er geen nieuwe informatie meer bij."