Utrechsch Studenten Coor (USC)

Name/Title

Utrechsch Studenten Coor (USC)

Tags

USC

Description

Jaarclub Patagiatus

Subject

[wat is de achtergrond van dit verhaal??)

Letter Details

Letter Date

Sep 1, 1962

Transcription

Jaarclub Patagiatus September 1962 Lou Kakebeeke was een huisvriend van mijn ouders. Voor de goede orde zij opgemerkt dat ik hem bejegende als mijnheer Kakebeeke. Hij was Hoofd van de BB (Bescherming Bevolking) in Zeeland. Wanneer zijn verantwoordelijkheid hem noopte een werkbezoek af te leggen aan een gemeente op Zuid-Beveland, dan kwam hij steevast langs huize Dirkzwager. Een paar keer heb ik hem ontvangen in de afwezigheid van mijn ouders. We dronken dan een kop koffie of thee, al naar gelang het tijdstip van de dag. Toen hij vernam dat ik in Utrecht zou gaan aankomen, zei hij dat hij een goede patroon voor mij zou vinden. Een goede patroon zou belangrijk zijn, temeer als je in een turbulente groentijd terecht komt en alles is er wildvreemd voor je. Lou had allang bedacht om Jan Jacob Sandberg te vragen. Hij was ook een goede kennis van Mevrouw Sandberg in het Middelburgse. Lou Kakebeeke, neef van De Casembroot en lid van het studentengezelschap 'Tres' als wel honorable senator, vertelde mij over de groentijd en gaf mij als advies dat ik geen lid zou moeten worden van de eerste club, de lots club. (Sedert ik het verhaal van Mees gelezen heb, weet ik dat je lots als Lodz schrijft.) Ik weet dit pas achteraf dat hij dit advies gaf. Ik had geen enkele referentie met betrekking tot de inhoud van het advies. Het moet het ene oor ingegaan zijn en tegelijkertijd het andere oor weer uit. Ik kende Jan Jacob Sandberg niet. Alvorens ik hem ooit gezien had, schreef hij mij een briefje: "Eerste goede raad van je patroon: Je gaat naar het NCSV novietenkamp in de Waskolk op de Veluwe." Ik liet hem weten dat ik dat niet zou doen, waarop ik als reactie kreeg: "GVD, je gaat er wel naar toe, want daar leer je alvast een aantal mensen kennen waar je straks de groentijd mee ingaat." Ik vond dat NCSV novietenkamp vreselijk. Midden in de bossen in tenten en met corvee. De horloges werden een uur teruggezet, want er was kamptijd. Ik had in mijn diensttijd genoeg in een, met een medesoldaat gedeelde, 'pup' tentje gelegen op de Lüneburgerheide. Ik ervoer in die tijd ook een ontluikende liefde voor de Middelburgse Tineke Hoegen, tweedejaars UVSV, die in Utrecht 'Leontine' heette. Ik was van haar afgesneden omdat er geen telefoon was en er stond niet eens een tafel om aan te zitten schrijven. Op de ochtend van de derde dag, de ochtend waar seksuele voorlichting op het programma stond, verschenen er, tot mijn verbazing en tot de verbazing van de kampleiding, twee glimmende taxi's midden in het kamp en dus midden in het bos. Wie die besteld heeft, weet ik niet. Wat ik wel wist is dat ik 'in no time' mijn bullen bij elkaar pakte en in één van de taxi's dook, die ons naar het station brachten. In de taxi's zaten o.a. Rogier van Nieuwenhuizen, Peter Dortmond en Henk Heyster. In de trein besloten we om in de groentijd bij elkaar te blijven. Peter Dortmond had een kamer dichtbij de kroeg, op de Kromme Nieuwe Gracht. Aan het einde van iedere dag kwamen we op zijn kamer bij elkaar om onze wederwaardigheden van die dag uit te wisselen. De woorden van Lou Kakebeeke hebben niet bewust aan de besluitvorming van de jaarclub bijgedragen. De vier uit het 'Waskolk' kamp vormden de nucleus van de jaarclub PATAGIATUS. Henk Heyster stak een mes tussen de bladzijden van een Grieks-Nederlands woordenboek. Vervolgens wees hij met zijn vinger, met dichte ogen, een plek op de bladzijde aan en daar stond het woord: Patagiates, hetgeen betekende: Van een stootrand voorzien.

Update Date

December 24, 2024